Wim De Schamphelaere (°1963, Antwerpen) werkte aanvankelijk als ingenieur biochemie. Later richtte hij zijn eigen bedrijf voor digitaal drukwerk op.
Na een burn-out nam hij de radicale en onzekere beslissing zijn verzekerde broodwinning vaarwel te zeggen en, hoewel hij nog nooit een fototoestel had vastgehad, naar Afrika te trekken om er de inwoners van dat continent te gaan fotograferen. En met resultaat: zelden is er een fotograaf geweest die haar inwoners met zo’n waardigheid en trots in foto’s heeft weten vast te leggen.
De foto’s van De Schamphelaere reflecteren over de kennis van de diverse culturele, sociale en politieke functies van de documentaire fotografie, inclusief de persfotografie. Hij maakt overwegend beelden van een gehele bevolkingsgroep, een dorp of stam. Het neemt enige tijd, soms weken, in beslag alvorens hij het respect van de modellen kan winnen. Soms loopt het avontuur ook bijna onmiddellijk af, wanneer hij nog maar in de buurt komt van sommige bijzonder afgelegen bevolkingsgroepen. Hij bezoekt de minst vanzelfsprekende plaatsen, maar ook daar kent men reeds de achteloze traditie waarbij toeristen, zonder communicatie of enige blijk van waardering, gratuit foto’s nemen.
De Schamphelaere spreekt geen enkele taal die in Afrika gehanteerd wordt, uitsluitend Frans en Engels, maar daar kom je bij de Bosjesmannen en in sommige desolate streken niet ver mee. Hij ziet dit als een voordeel omdat de bewoners via zijn gebarentaal ervan overtuigd raken dat hij niet enkel een vreemd Europees exemplaar is, maar ook dat hij werkelijk overtuigd is van zijn zaak en daar aardig wat moeite voor onderneemt. Door zijn eigen uitzonderlijke lengte (twee meter) dient hij steeds te knielen om zijn modellen behoorlijk in beeld te brengen. Een geste die een symbolische betekenis toebedeeld krijgt.
‘Ik moet een beeld in mijn hoofd hebben, en de klik met de mensen is cruciaal,’ zegt De Schamphelaere. Wat treft in het zeer langwerpige fotowerk van De Schamphelaere is niet alleen het formaat (soms tot 8 meter lang), maar de manier waarop de kunstenaar zijn ensceneringen telkens weer heeft gecreëerd. Hij portretteert een hele gemeenschap tegelijk door verschillende mensen in wisselende en onderscheiden relaties weer te geven, te tonen en naar buiten te brengen. De pose van de mensen, hun houding, hun attributen die hen kenmerken en van een status voorzien, hun blik, …, alles is van cruciaal belang. Op die manier ontstaan er fotografische taferelen die bestaan uit een collage van tientallen, soms honderden individuele foto’s die zodanig worden gemonteerd, gecomponeerd tot het uiteindelijke ‘alomvattende’ beeld, waarbij al de karakters en kenmerken van een hele gemeenschap tot uiting komen in één beeld.
Door het gebruik van moderne fotografische technieken vertonen de panoramische foto’s van Wim De Schamphelaere geen sporen van de vertekening eigen aan het draaien van de camera, noch sporen van het typische aan elkaar plakken van panorama’s zoals dat gebruikelijk was in de 19e eeuw. Enkel geoefende ogen kunnen aan het verdraaien van de schaduwen de wijze herkennen waarop het uiteindelijke beeld tot stand gekomen is.
Door het kleurgebruik, het zelf componeren van zijn beelden en de compositie gaat zijn werk veel verder dan het louter registeren van gemeenschappen, verder dan het louter documentair gehalte eigen aan de fotografie. Zo treft bijvoorbeeld in het werk ‘Uba Budo – The Longhouse’, gemaakt in Sao Tomé en Principe, en waarop we de bewoners voor hun huizen zien poseren, de picturaliteit en de ritmische herhaling van de huizen. Details van planten, rondslingerende teenslippers springen in het oog. Het werk ademt iets van een schilderij uit.
Zijn foto’s hebben een verwantschap met sculptuur, voornamelijk omdat de personen die poseren bijna Griekse goden en godinnen lijken te zijn, of zelfs nog beter – en indien dit een overdrijving lijkt te zijn, is ze welgemeend. Dit heeft niet alleen te maken met de lichaamsbouw en musculatuur, maar vooral met de blik waarin die waardigheid overtuigend gefixeerd zit. Het zijn groepsportretten, maar met een dusdanige articulatie van het individuele dat een verwantschap ontstaat met de groepsportretten uit de Hollandse Gouden Eeuw.
De diepte van deze fotografische beelden is niet alleen de diepte van een verleden (omdat een foto ons steeds met het tijdselement confronteert: het ogenblik dat de fotograaf klikt is datgene wat hij voor de eeuwigheid heeft vastgelegd verdwenen en behoort het samen met het moment/op het moment van de klik onherroepelijk tot het verleden). Het is de diepte van een hele cultuur, die de ziel van niet alleen de individuele mensen maar van een volledig volk, een hele gemeenschap vat, bevat en weergeeft, blootlegt.
In ieder dorp waar hij fotografeert schenkt De Schampelaere een camera aan een jongere die daar zijn ding mag mee doen. Een gedeelte van de opbrengst van de verkoop van zijn prints vloeit tevens terug naar de bevolking.
In het Musée de la Photographie te Charleroi kan u nog tot 7 mei 2017 de mooie expositie “Exchanging Looks” gaan bekijken.
Sinds we Wim hebben ontmoet in Cuba volgen we zijn werk op de voet.
Hij heeft indruk op ons nagelaten en worden graag op de hoogte gehouden van volgende tentoonstellingen.